De school kan voor leerlingen die in het regulier onderwijs niet voldoende tot ontwikkeling komen, via de adviescommissie (MDC) een toelaatbaarheidsverklaring (tlv) aanvragen voor het speciaal basisonderwijs (sbo) en het speciaal onderwijs (so). De adviescommissie (bestaande uit een voorzitter en ten minste twee inhoudsdeskundigen) behandelt de aanvragen, die volgens een vast format via het administratieve programma LDOS worden aangeleverd.
Dit gebeurt in de periode van september tot en met februari tweewekelijks en in de periode vanaf maart tot juli wekelijks. Bij een aanvraag moet duidelijk zijn wat er in het voortraject is gedaan en wat de effecten van de ingezette interventies zijn. SWV PO3002 hanteert een vaste procedure voor de aanvraag van tlv’s. In deze procedure staan richtlijnen ter beoordeling, de wijze van afstemming met ouders, richtlijnen voor de duur van de toelaatbaarheid en de hoogte van de bekostiging.
Het belangrijkste criterium voor verwijzing binnen deze procedure is dat een school kan onderbouwen waarom deze geen passend onderwijs meer kan bieden aan een leerling. Als leerlingen toelaatbaar zijn verklaard tot het s(b)o, kunnen zij terecht op de Mytylschool of De Kameleon (locatie Roosendaal) voor cluster 3. Voor cluster 4-onderwijs kunnen leerlingen terecht op De Fakkel in Roosendaal. Daarnaast kunnen leerlingen met een toelaatbaarheidsverklaring sbo binnen het samenwerkingsverband terecht op De Sponder in Roosendaal en Het Palet in Klundert. Indien nodig kunnen leerlingen terecht op s(b)o-scholen die niet bestuurlijk zijn aangesloten.
Hoe is het vervoer geregeld?
Wanneer een leerling op grond van de onderwijsbehoefte aangewezen is op een school die wat verder weg gelegen is, kunnen ouders bij de gemeente een vergoeding aanvragen voor de vervoerskosten en vaak kan de gemeente voorzien in het vervoer. Iedere gemeente heeft hiervoor een verordening opgesteld, waarin geregeld is wanneer ouders hiervoor in aanmerking komen. De meeste gemeenten hanteren een grens van 6 kilometer. Dit betekent dat vervoer alleen wordt geregeld als de school 6 kilometer of meer van huis af is. Daarnaast hanteren de meeste gemeenten ook een eigen bijdrageregeling. Om vast te stellen of een leerling aangewezen is op een verder weg gelegen school vragen de gemeenten meestal een toelaatbaarheidsverklaring bij plaatsing op een school voor gespecialiseerd onderwijs of een verklaring van het samenwerkingsverband als het gaat om een overplaatsing naar een andere reguliere school.
Wat is een residentiële leerling/-instelling?
Soms is het noodzakelijk dat een leerling tijdelijk (en soms in deeltijd) geplaatst wordt op een zorginstelling (bijvoorbeeld GGZ of MKD). Jeugdzorg is in zo’n geval belangrijker dan onderwijs. Als aan zo’n instelling ook een speciale onderwijsvoorziening is gekoppeld dan wordt deze leerling daar ook als leerling ingeschreven. Dat kan zonder een toelaatbaarheidsverklaring van het samenwerkingsverband. Het samenwerkingsverband blijft wel verantwoordelijk voor de kosten van de betreffende leerling. Zo’n leerling wordt een ‘residentiële leerling’ genoemd.
Is er een verklaring van het samenwerkingsverband nodig om een residentiële leerling te plaatsen op een so-school?
Nee, er is geen toelaatbaarheidsverklaring nodig van het samenwerkingsverband. Leerlingen die vanuit de zorg worden geplaatst in een residentiële instelling mogen direct onderwijs volgen op de so-school waar de instelling een samenwerkingsovereenkomst mee heeft. Dit is om te voorkomen dat leerlingen (lang) moeten wachten op een verklaring van het samenwerkingsverband voordat zij onderwijs kunnen gaan volgen.