geplaatst op 28 juni 2018 in categorie: Alles, Ondersteuning
“Er is veel te weinig aandacht voor het preventief bijsturen van ongewenst gedrag op jonge leeftijd”, vindt prof. dr. Bram Orobio de Castro. “Bovendien is dit vooral kindgericht, terwijl de hulpverlening bij jonge kinderen juist via de ouders moet verlopen. Preventie is ten onrechte een ondergeschoven kindje.”
Er is alertheid geboden om in de vroege ontwikkeling gedrag bij te sturen als het de verkeerde kant op dreigt te gaan, vindt Bram Orobio de Castro, hoogleraar ontwikkelingspsychologie Universiteit Utrecht. “Kinderen die snel driftig worden begrijpen bijvoorbeeld vaak niet goed wat er binnen hun omgeving gebeurt. Als zij dit gedrag vertonen bij het verliezen van spelletjes, gaan andere kinderen dit niet alleen vervelend vinden, maar zich ook daarnaar gedragen. Dit soort vroege trajecten kunnen enorm uit de hand lopen, zeker als ouders het gedrag van hun kind proberen te dimmen. Dat werkt namelijk averechts. Zij moeten juist met zo’n kind gaan oefenen met spelletjes verliezen en op de beurt wachten. Kinderen die dat niet mee krijgen, missen een soort sociale bagage en krijgen daardoor later vaak gedoe.”
Verkeerde insteek
In een uitgebreid interview in de zomereditie van Vakblad Vroeg benadrukt Orobio de Castro dat tijdig bijsturen heel effectief kan zijn, ook zonder zware trajecten in te zetten. “Jonge kinderen zijn immers bijzonder gevoelig voor hoe ze de wereld om zich heen moeten begrijpen. Als leerkracht, professional of ouder kun je hen de taal meegeven om hen daarin op weg te helpen.”
Meer informatie vindt u hier.