Op 1 augustus 2014 is Passend Onderwijs bij wet ingevoerd. Het doel van de wet is om leerlingen een zo passend mogelijke plek in het onderwijs te bieden. Daarbij ging het niet alleen om goed onderwijs, maar ook om een samenwerking tussen verschillende soorten onderwijs (scholen voor regulier onderwijs en voor speciaal onderwijs) en om samenwerking tussen onderwijs, jeugdzorg en gemeenten. Bij de start van de wet is meteen afgesproken om in de periode 2015-2020 de wet goed te evalueren. Die opdracht is weggelegd bij het Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek (NRO). Het NRO-onderzoeksprogramma Evaluatie Passend Onderwijs evalueert de invoering van Passend Onderwijs op beleids- en praktijkaspecten. Het onderzoekstraject heeft in totaal 72 onderzoeksrapporten opgeleverd en op 27 mei 2020 is het eindrapport overhandigd aan het ministerie van OCW.

Het eindrapport heeft in veel media aandacht gekregen en dat is niet verwonderlijk, want velen van ons zijn ouders en veel ouders hebben te maken gekregen met de uitwerking van passend onderwijs in de praktijk. En dat leverde nogal eens knelpunten op, verwachtingen die niet werden waargemaakt, maar gelukkig ook vaak prima oplossingen en steeds betere samenwerking tussen alle betrokken partners. In dit artikel willen wij de voornaamste conclusies van het rapport nog een keer langs lopen en vanuit die conclusies aangeven wat mogelijke verbeteringen kunnen zijn voor de toekomst.

Lees hier het volledige artikel.

Evaluatie passend onderwijs